Iedereen kent Piet Kempenaar.

Piet Kempenaar

Iedereen kent Piet Kempenaar. Dat wil zeggen, je kunt hem zo uittekenen. Blauwe Manchester broek, jasje, lichtblauw gestreept hemd zonder kraag, vetleren pet en die eeuwige pijp. Je bent molenaar of niet. En Kempenaar is dé molenaar van verfmolen De Kat op de Zaanse Schans. In 1993 de meest bezochte molen en nu, 25 jaar later nog steeds.

Wat is het geheim? „Er is geen geheim. We zijn de enige nog werkende verfmolen. Dat telt. Ik heb contact met veel touroperators, die vaak zelf hun gasten hier rondleiden. En nu is het vooral internet dat mensen al vooraf naar De Kat trekt. Mijn hoofd is over de hele wereld bekend, van een billboard in New York tot een foto in het blad Vogue. Gisteren was hier een Amerikaanse journaliste en een filmer. Dat helpt allemaal wel mee, natuurlijk.”

Dat moet ook wel, want behalve de pijp moet ook de schoorsteen roken. De Kat is een heus familiebedrijf geworden. Kempenaar pacht het sinds 1981 van de vereniging Zaansche Molen. In 1993 was De Kat met 156.000 bezoekers de grootste publiekstrekker onder de molens op de Schans. 1990 was een vroeg topjaar met tussen de 170.000 en 180.000 bezoekers. ,,Daar zitten we nu niet veel boven, tussen de 180.00 en 190.000. Dit lijkt een natuurlijk maximum. De Kat is maar een kleine molen. We verwijzen daarom mensen naar andere molens. Vooral met groepen en kleinere gezelschappen is De Kat gauw vol en moeten individuele bezoekers vaak even wachten.’’

Kempenaar werkte als hovenier tot hij voor de molen koos. „Ik was gefascineerd geraakt van molens, zat ook in het bestuur van de Zaansche Molen en deze kwam vrij. Mijn vrouw zei: ’Als je dat zo graag wilt dan moet je dat maar doen’. Sjors van Leeuwen werd mijn partner op de molen. We hebben het de eerste jaren zwaar gehad. Ik was een goed inkomen gewend, we hadden drie kinderen en hier was het sappelen. Mijn vrouw moest soms van statiegeld brood kopen.”

„Met de combinatie van toerisme en verf hebben we het toch gered”, kijkt Kempenaar terug. „Maar we hebben er vreselijk hard voor moeten werken. Het toerisme is ons ook niet komen aanwaaien. Veel beurzen bezocht en touroperators benaderd. In dit kloffie, jawel. En vooral buitenlandse toeristen vinden dit geweldig. Geen idee hoe vaak ik per dag wordt gefotografeerd. Maar het helpt allemaal mee: entree, souveniertje, snoep, workshops, rondleidingen. Onze verf gaat de hele wereld over. We maken speciale verven, ook voor restauraties van schilderijen. Ook een bedrijf als Forbo is een belangrijke afnemer; misschien al wel meer dan 25 jaar.”

Kempenaar (67) krijgt inmiddels AOW, maar met pensioen is hij geenszins. „Ik houd van roeien en fietsen en daar maak ik ook echt tijd voor. We doen ook nog een avond zeildoek voor molens maken, zodat het vak niet verloren gaat.

Bezoeken: 59