GESCHIEDENIS VAN DE Zuidervermaning

GESCHIEDENIS VAN DE Zuidervermaning

Na de Reformatie (1580) was het alleen aan gereformeerden voorbehouden een zichtbaar godshuis te hebben. De doopsgezinden hielden hun bijeenkomsten in een o­nopvallende schuur of woning. Naar de leraar of vermaner werd hun vergaderplaats een vermaanhuis of vermaning genoemd. In oktober 1731 was de huidige Zuidervermaning gereed.

De Fries Doopsgezinden in Westzaan stichtten al voor 1629 aan het Zuideinde hun eerste vergaderplaats. In 1664 werd een nieuwe vermaning gebouwd maar wegens gebreken werd deze in 1731 afgebroken. In slechts zeven maanden tijd werd de huidige Zuidervermaning gebouwd, die nu nog steeds, compleet met wit zand op de houten vloer, te bewonderen is. Dit zand was bedoeld om de kans op brand in het vrijwel volledig houten gebouw te verkleinen, om vuil op de vloer makkelijker te kunnen verwijderen én hierdoor namen de houten vloerplanken niet teveel water van de uiterst vochtige bodem op.

In de 19e eeuw zijn enkele kleine herstellingen gedaan. Grote restauraties vonden plaats in 1931-1932 en 1964. In 1979 werd het kerkgebouw overgedragen aan de Stichting Oude Hollandse Kerken.

Bij de restauratie van 1995 werd het houtwerk van het interieur, na zorgvuldig kleuronderzoek, weer naar de oorspronkelijke kleuren teruggebracht. Deze kleurstelling draagt in belangrijke mate bij aan de unieke sfeer van dit oude preekhuis.

De plaatselijke commissie Zuidervermaning Westzaan beheert en exploiteert de kerk. De inkomsten uit exploitatie zijn bedoeld voor restauraties en onderhoud van dit kostbare erfgoed. Extra financiële steun ontvangt de commissie van de Vrienden van de Zuidervermaning en van sponsors. Deze leveren een belangrijke bijdrage aan het behoud van dit unieke historische gebouw.

GESCHIEDENIS VAN HET ORGELOrgel

Het prachtige orgel líjkt te zijn gebouwd voor de Zuidervermaning, maar niets is minder waar; het werd in 1718 gebouwd voor de Kleine Kerk in Edam. Matthijs Verhofstad was de bouwer en hij gebruikte naar alle waarschijnlijkheid een oudere orgelkas.
Reeds in 1778 werd het instrument aan de smaak van de tijd aangepast door de Amsterdamse huisorgel- en clavecimbelbouwer Johannes Engelbertus Hageman. De windlade en het pijpwerk werden vernieuwd zodat uitsluitend de kas, het front, de klaviatuur, de mechanische aanleg en drie blaasbalgen van Verhofstad behouden bleven. Wat betreft het pijpwerk bleven slechts het deel van de Prestant 8′ dat in het front stond en enkele pijpen van de Sesquialter behouden.“Hetselve werk zal ook in een zuijveren gelijk sweevende Temperatuur opgesteld worden”, dat wil zeggen evenredig zwevend gestemd worden en dat is vrij uitzonderlijk voor een klein orgel uit die tijd. In hoeverre Hageman goed werk leverde is niet met zekerheid te zeggen, een feit is dat reeds in 1781 het orgel moest worden hersteld door de Monnickendamse orgelbouwer Johan Michael Gerstenhouwer.
In 1850 herstelde Matthias van den Brink het orgel.

In 1875 ontstonden plannen om de Kleine Kerk te sluiten wegens de slechte staat en het feit dat er nog maar weinig diensten plaatsvonden, die ook nog eens slecht werden bezocht. In 1879 werd duidelijk dat er niets anders op zat dan de kerk grotendeels te slopen; alleen de toren zou blijven staan. In 1880 werd het orgel te koop aangeboden en al na enkele weken bleek de Fries Doopsgezinde gemeente van Westzaan belangstelling te hebben. Begin 1881 werd het door orgelmaker Pieter Flaes overgeplaatst naar Westzaan en daar opgebouwd. Hierbij werden de twee buitenste engelen omgewisseld zodat zij nu hun bazuin naar binnen blazen, dit in verband met de balken. De luiken aan weerszijden van de orgelkas verdwenen; naar verluid zijn deze naar Engeland verkocht. Flaes maakte achter het orgel een nieuwe behuizing voor de windvoorziening en na zeer korte tijd, “Op 20 Februari 1881 werd hetzelve eenvoudig feestelijk ingewijd.”

In de eerste helft van de 20e eeuw vonden er enkele dispositiewijzigingen plaats die het fraaie geluid op de lange termijn niet ten goede bleken te komen.

Het orgel onderging in 1995 een grote restauratie door de firma Flentrop Orgelbouw te Zaandam waarbij de situatie van 1778 als uitgangspunt werd genomen. Dat wil onder meer zeggen dat er nieuwe luiken zijn aangebracht en de oorspronkelijke marmerbeschildering is blootgelegd. Sindsdien klinkt het Verhofstad/Hageman-orgel als een juweeltje! Musici en toehoorders roemen de akoestiek van de Zuidervermaning.

Weergaven: 15