De fuut, nu wijdverspreid – Natuur om en in Westzaan rubriek

Uit de Wessaner mei
Fred Eerenberg

De fuut, nu wijdverspreid
Half april zag ik deze Westzaanse fuut, met wat later bleek met een aantal jongen. Ze bevonden zich langs het fietspad, dicht bij de kruising Middel- Freek Engelpad. Even in een flits zag ik de fuut, met goed gecamoufleerde jongen op rug. Jammer genoeg heb ik de jongen niet kunnen fotografe- ren. Ze zijn zo beweeglijk.

De fuut (Podiceps cristatus) is een beetje een vreemde vogel, hij heeft nauwelijks een staart. Bovendien vliegt de fuut bijna nooit, behalve als hij echt in nood is. De fuut sluit op een heel bijzondere manier een ver- bintenis met zijn of haar partner. Als de vrouwtjesfuut van het mannetje een visje krijgt en dat aanneemt, zijn ze ‘getrouwd’. Futen staan bekend om hun bijzonder baltsgedrag. Dan zwemmen ze tegen elkaar op, met de borst uit het water geheven. In het voorjaar bouwt een futenpaar een speelnest op het water, waarop ze uiteindelijk paren. Kort daarna wordt langs de waterkant een steviger nest gebouwd, waarin drie tot vier blauw- groene eieren worden gelegd, die later verkleuren tot geel en bruin. Bei- de ouders broeden die om beurten uit, hoewel het nest soms voor korte- re tijd wordt verlaten. Dan worden de eieren met plantenresten afgedekt, dit ter camouflage.

De kuikens hebben mooie camoufla- gekleuren, die na enige tijd verande- ren in het verenkleed van de ouders. Opvallend aan jonge futen is dat ze in de lengterichting strepen over hun rug hebben. Dit is hun bescher- ming tegen roofvogels. De blauwe kiekendief is namelijk gek op jonge futenkuikentjes. De kiekendief houdt trouwens ook wel van een volwassen fuut.
Enkele dagen nadat ze uit het ei zijn gekomen kunnen de kuikens al zwemmen. Toch zie je vaak dat de ouders de jongen op de rug meene- men, zelfs tijdens het duiken. Op de rug zijn de kuikens beter beschermd tegen roofvissen en reigers. Na onge- veer tien weken zijn de jongen zelf- standig.

Eierroof
De fuut werd jarenlang bedreigd door de mens. In de 19e eeuw waren de fraaie kopveren erg geliefd en werd de fuut hierop stevig bejaagd. Later, vooral in de jaren ‘30 en ’40 van de vorige eeuw, waren de eieren van de fuut van belang. Beroepsvissers die op witvis visten verkochten de drie tot vijf eieren per nest en verdienden daar wat extra’s mee. De fuut is nu gelukkig een beschermde inheemse diersoort.
Omdat de vogels tegenwoordig beschermd zijn, komen er steeds meer futen en meerkoeten bij. Maar ook het schonere water zorgt in onze tijd dat de fuut en de meerkoet het beter doen. Met een beetje geluk kun je ze door helder water zien schieten,jagend achter hun prooi. Ze blijven daarbij zo’n 15 tot 20 seconden onder water. Altijd leuk om te gissen waar ze boven zullen komen.

Rommelig nest
De fuut is geen mooie nestbouwer. Hij bouwt een nest van oude water- planten tussen het riet, maar het is meer een bouwval dan een prachtige vesting voor het nageslacht. In een stadse omgeving worden wordt vaak afval zoals plastic gebruikt.

Misschien wordt dat nest van de fuut ook wel zo slordig omdat de fuut tij- dens de bouw al begint met het balt- sen. De eieren van de fuut worden in vier weken uitgebroed. De jongen zijn nestvlieders en dat betekent dat ze meteen na hun geboorte al dons- veren hebben en het water op kun- nen. Toch neemt de futenmoeder of

-vader de jongen de eerste weken mee op de rug. ’s Avonds gaan de jonge fuutjes terug op het nest.

Bezoeken: 15