Wil Evers rechts

ReghtHuys 1782

“Dat de Opperbouwheer des Heelal geve dat alle vergaderingen als onder ’t Alziende Oog met alle bedachtzaamheid, openhar­tig­heid en welmeenendheid, vrij van partijdigheid, in vreede en eensgezindheid, ter bevordering van de waare belangens der ingezete­nen gehouden worden, Dat zij zoo”. bij de opening, 13 februari 1783. Simon Simonides Jongewaard

Kaart 1870 Westzaan Regthuys

Het dorp Westzaan is omstreeks 1200 ontstaan. Het grondgebied strekte zich uit tussen de Zaan in het oosten en de huidige Nauernasche vaart in het westen. Het gebied was eerst in het bezit van enkele adellijke families, vervolgens van de graven van Holland en na het uitroepen van de republiek in 1588 van de Staten van Holland en West-Friesland.De Staten hadden meer van deze gebieden, heerlijkheden genoemd, geërfd. Voortdurend krap bij kas besloten zij kort na 1700 het gebied aan de meest biedende te verkopen, de Banne Westzaan kocht het in 1729 voor Hfl. 300.000,-. De Banne, waartoe tot aan de ophef­fing ook de dorpen Zaandijk, Koog, Wormerveer en Westzaandam behoorden, moest bestuurd worden. Daarbij onderscheiden we een taak voor de eigenaar van het gebied, de hogere overheid en voor de lokale bestuurders, regenten of lagere overheid genoemd. De omvangrijkste taak van het dagelijks bestuur was weggelegd voor de regenten. Dat team bestond uit 24 mannen. Te weten een schout, zeven schepenen en zestien vroedschappen. Oppermachtig was het college van schepenen, de schepenbank, onder leiding van de schout die door de hogere overheid werd aangesteld. Dat college benoemde de overige agenten en de ambtenaren, stelde de belastingtarieven vast en verzorgde de civiele (burgerlijke) rechtspraak. Aan dit eeuwenoude bestuur kwam een einde in 1795 door de inval van de legers van Napoleon. De verandering op het terrein van politiek en bestuur was zo ingrijpend dat dat jaar bekend staat als ‘de Omwenteling’. De heerlijkheden (waaronder ook de rechtspraak viel) werden afgeschaft en het kantongerecht werd in Zaandam gevestigd. De feitelijke opheffing van de Banne Westzaan, vond plaats in 1816, waarna de gemeente Westzaan (1816-1974) ontstond.

’t REGHT HUYS

Het gebouw is opgetrokken als vervanger van een uit 1641 daterend Rechthuis, dat afgaande op de summier uitgevoerde tekenin­gen, verwantschap vertoonde met de renaissance raadhui­zen zoals b.v. in Jisp en Graft bewaard zijn gebleven. Nadat het nieuwe Reght Huys gereedgekomen was, werd het oude, bouwvallige rechthuis in 1783 afgebroken. ‘t Reght Huys heeft haar oorspronkelijke functies zijnde Rechtbank, secretariaat voor de weeskamer en het ijkwezen, niet lang uitgeoefend (1783-1811). In ‘t Reght Huys werd alleen civielrecht gesproken (vrouwe justitia is niet geblinddoekt) en geen strafrechtelijk recht (vrouwe justitia is wel geblinddoekt). Vanaf 1816 tot aan de samenvoeging van de gemeenten Westzaan, Zaandam, Koog aan de Zaan, Zaandijk, Krommenie en Assendelft in 1974 tot de gemeente Zaanstad, heeft ‘t Reght Huys als raadhuis voor de gemeente Westzaan dienst gedaan. Het polderbestuur, mede-eigenaar van ’t Reght Huys, heeft tegen een som geld (Hfl. 2541,–) afstand gedaan van haar rechten op het gebouw. In september 1820 wilde ditzelfde polderbestuur overigens het ’t Reg­ht Huys afbreken, de Gouverneur des Ko­nings, van Tets van Goudriaan deed echter een geslaagde poging (via een bemid­delings­voorstel) om het gevaar van sloop af te wenden.

’t Regthuys

Nu heeft het gebouw, aansluitend op de laatste restauratie opnieuw een multifunctioneel gebruik voor de (West)Zaanse Gemeenschap; vergaderingen, lezingen, concerten, recepties, diners etc. Ook doet het dienst als officiële trouwlocatie van de gemeente Zaanstad.

Voor het gebruik wordt door het bestuur een vergoeding gevraagd. Deze activiteiten in ’t Reght Huys (meestal zijn dit vergader activiteiten van verenigingen, stichtingen uit de Zaanstreek) zijn noodzakelijk om de exploitatie kosten die het monument nu eenmaal met zich meebrengt te kunnen dekken. Een andere bron van inkomsten zijn vaste bijdragen die vrienden en donateurs jaarlijks storten. Ook giften van het bedrijfsleven en subsidies, al dan niet van de overheid, zijn de belangrijke inkomsten bronnen.

Commerciële activiteiten zijn alleen toegestaan indien zij bijdragen aan het in stand houden, restaureren en onderhouden van het gebouw. Zij mogen moeizaam verkregen subsidies niet in gevaar kunnen brengen.